Scherpenzeel (Utrechts-Alblasserwaards: Sjaarpezeil, Sjaarpezeel of Schaarpezeel; Nedersaksisch: Schaarpezeel of Scharpe(n)zeel) is een dorp en gemeente in de Gelderse Vallei, in de Nederlandse provincie Gelderland.
De gemeente Scherpenzeel omvat het gelijknamige dorp met de buurtschappen Ruwinkel en De Haar en een deel van de buurtschap Moorst. In de Franse tijd kwam Scherpenzeel onder de provincie Utrecht, maar sinds 19 september 1814 hoort Scherpenzeel weer bij Gelderland.
Geschiedenis
Eeuwen geleden was in Nederland nog sprake van verschillende staatjes met aan het hoofd bisschoppen, graven, hertogen en landheren. Zij probeerden hun macht te vergroten door het veroveren van grond. Uiteraard ging dit gepaard met onderlinge twisten en oorlogen. In grensgebieden van die oorlogen werden versterkingen en verdedigingswerken gebouwd. Vermoedelijk was dat ook het geval op de Veluwe, in het grensgebied van de toenmalige regio?s ?het Sticht? (de huidige provincie Utrecht) en ?Gelre? (nu de provincie Gelderland). Juist in die grensgebieden werden burchten en kastelen gebouwd, die konden dienen als veilige plek.
Zo geeft de naam Scherpenzeel, toen ?Scarpenzele? genoemd, aanleiding te veronderstellen dat er naast een nederzetting een versterkt huis moet zijn geweest. Het laatste deel van het woord ?zeel? is afgeleid van ?zale? of ?sale?, dat zaal of huis betekent. Het eerste deel ?scherpen? kan een aanduiding zijn van de aanwezigheid van staketsels ofwel een rij scherpe palen. Het zou in dit geval dus kunnen gaan om een versterkt huis omgeven door een rij palen, het prototype dus van een oude burcht of kasteel.
Over dit gebouw lezen we pas in het midden van de 14e eeuw. Het was toen al bekend dat de heren van Scherpenzeel, een van de oudste riddergeslachten op de Veluwe, een belangrijke rol gespeeld hebben in de ontwikkeling van het ?Huis Scherpenzeel?. Het huis was van oorsprong een versterkt huis met waarschijnlijk twee grachten eromheen, en er waren 'heerlijke rechten' aan verbonden. In de loop van de eeuwen is het huis verbouwd en verbeterd. In 1856 werd het 18e-eeuwse huis onder architectuur van Van Lunteren omgevormd tot buitenplaats. Toen kreeg het huis zijn tegenwoordige neogotische vorm. In die tijd was het huis in bezit van mevrouw Benudina Maria Royaards - van Naamen van Scherpenzeel en de heer Herman Royaards, die het gingen gebruiken als buitenhuis; zij woonden in Utrecht aan het Janskerkhof. Zij zijn de stamouders van de familie die thans nog het landgoed Scherpenzeel in bezit heeft: huis en koetshuis hebben de laatste decennia verschillende eigenaren en functies gehad en zijn thans in beheer bij de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen.
Monumenten
Hervormde Kerk:
Deze kerk met Mariatoren stamt uit de 14e eeuw. Er werden regelmatig beuken aangebouwd naarmate de bevolking zich uitbreidde. Nog enkele kostbaarheden uit de kerk zijn bewaard gebleven. De vloer van het koor bestaat uit grafzerken die uit de hele kerk daar zijn verzameld. Op de vloer zijn oude jaartallen te lezen. Het meest indrukwekkende is wel de gaaf gebleven grafsteen van Johan VI van Scherpenzeel (overleden 1619) en diens tweede vrouw Margriet van Essen. Deze zerk is ingemetseld tegen de oostgevel van het koor in de voormalige ingang. Bij deze zerk behoren vier leeuwtjes die de wapens dragen van Scherpenzeel, van Zuylen van Nijeveld (zijn moeder), van Duyvenvoorde (Wassenaar), Johans grootmoeder van moederszijde en van Renesse (de derde vrouw van Johan was namelijk Catharina van Lijnden, Vrijvrouwe van Renesse). Deze leeuwtjes staan ter weerszijden van de zerk in 2 nissen. De zerk vertoont het wapen van dit geslacht met de helm, getooid met de lelie tussen de twee vleugels. Dit wapen met lelies komt in de Vallei veel voor, zoals in Amersfoort, Amerongen en later Stoutenburg en Bunschoten.
Het Hooge Huys:
Dit gebouw, uit de eerste helft van de 17e eeuw, werd in 1964 geheel gerestaureerd. De oorspronkelijke bestemming ervan is niet bekend. Wie het gebouw goed bekijkt, ziet dat boven een van de bovenramen in de westelijke helft de ontlastingsboog voor regenwater ontbreekt. Hier bevindt zich een uitstekende balk, waar mogelijk een katrol heeft gezeten om grote stukken aan op te hijsen. Volgens sommigen wijst dit op een zolder voor de opslag van balen wol. Anderen denken aan het materiaal voor het brouwen van bier; de gevonden ruime kelders onder het gebouw zouden daarop wijzen.
Ziekenhuis:
Dit gebouw, gerestaureerd en gemoderniseerd in 1970, werd door de familie Van Citters (Lambalgen) geschonken om zieken en ouden van dagen te huisvesten. Voor dit doel is het nog lange tijd gebruikt. Dit vroegere Wilhelmina Ziekenverpleeghuis staat ook op de monumentenlijst.